De een werkt er al ruim drie decennia, de ander al zo’n 25 jaar. Arie Pattisina (61) en Wijnand Rijswijk (41) mogen – met al hun ervaring en wijsheid - gerust tot de oude garde van Guldie gerekend worden. Met zo’n staat van dienst, is het een mooi moment om hen aan de tand te voelen over hoe ze het al zo lang bij één werkgever uithouden.
Toen Arie eind jaren ’70, begin jaren ’80 de mavo afsloot, wilde hij liever eerst nog door studeren. Toch lonkte het schildersvak toen al en was de keuze tussen studeren en schilderen uiteindelijk snel gemaakt. “Eerst heb ik een jaar of zes bij een ander schildersbedrijf gewerkt, maar daar moest ik ieder jaar tijdens de winter de WW in omdat er geen werk was. In die tijd zag ik een advertentie van Guldie voorbijkomen, waar ik even later kon beginnen.”
Wijnand had daarentegen al snel door dat hij schilder wilde worden. “Ik vond het op de lts al leuker dan de hout -en bouwvakken. We hadden zo’n drie uur schilderen in de week en dat beviel me een stuk beter. Ik mocht toen ook in de school schilderen, wat me meer lag dan het werk met machines.” Vanuit de lts moest Wijnand vervolgens stagelopen, waardoor hij (onder meer) bij Guldie belandde. Daar klikte het goed met een collega, die hem steeds ‘zat te pushen’ om ook bij Guldie te solliciteren. En zo geschiedde!
Als je al gemiddeld dertig jaar voor dezelfde baas – of in dit geval, bazen: Ad Guldie en daarna zijn zoon Jaap - werkt, mag het geen verrassing heten dat je over die baas te spreken bent. Gevraagd naar waarom dat zo is, springen een aantal zaken eruit.
Zo is Wijnand er onder meer erg blij mee dat er echt wordt gekeken naar wat je nou echt leuk vindt om te doen én dat je continu wordt uitgedaagd. En dat is belangrijk, want: “Het moet natuurlijk niet te makkelijk wezen… Jaap probeert je steeds verder te prikkelen en te stimuleren, door middel van nieuwe klussen, maar ook als je aangeeft dat je dingen lastig vindt, spelen ze daarop in om ervoor te zorgen dat je er beter in wordt.”
En die nieuwe klussen, die zijn er genoeg. Guldie heeft een breed scala aan klanten, waardoor er altijd wel werk te vinden is dat bij de onderhoudsspecialisten past. Of het nu gaat om een appartementencomplex, een monumentaal pand of een volledig gestripte boerderij: er wordt altijd alles aan gedaan om het weer meesterlijk mooi te maken.
Arie is enthousiast over de vastigheid die Guldie zijn medewerkers biedt. “In de winters kun je gewoon doorwerken; je hebt een vast contract. Jaap vindt het zelf ook belangrijk om vastigheid binnen zijn personeel te creëren, hij wil graag schilders waar hij op aan kan en zorgt goed voor zijn mensen.” Een ander punt waar de zestiger over te spreken is, de ‘familiaire sfeer’ die er op de werkvloer hangt: “Je kent iedereen – het is tenslotte geen enorm bedrijf – en iedere week komen we op vrijdag nog samen om een biertje te drinken. Je hebt regelmatig contact met elkaar, dat is iets wat Jaap ook heel belangrijk vindt.
Wijnand kan dat bevestigen: “Je hebt een goede band met je collega’s, je groeit naar elkaar toe, want je moet het tenslotte toch vaak samen doen, hè? Je bent vaak met z’n tweeën. Daarnaast is de vrijheid die je hierbinnen krijgt ook heel fijn: je mag zelf weten hoe je dingen doet en bent vrij in je doen en laten.”
De schilders met wat meer ervaring zijn bij Guldie (ook) erg belangrijk voor het opleiden van de nieuwe schilders, die net van school komen en vers in het vak belanden. Arie en Wijnand worden dan ook wel ‘leermeesters’ genoemd, die jonge schilders één of meerdere jaren onder hun hoede nemen zodat zij het vak zo goed mogelijk onder de knie krijgen. Beide mannen hebben daarbij een eigen aanpak, maar één ding staat centraal: vertrouwen. Je moet altijd alles kunnen vragen, zo vinden beide heren.
Met al hun ervaring hebben beide mannen nog wel een boodschap voor potentiële nieuwe Guldie-schilders:
Arie: “Laat je stem horen! Bij Guldie is er altijd ruimte om zaken te bespreken; vind je dat je niks leert of ben je het ergens niet mee eens, kun je dit altijd aangeven.”
Wijnand: “Je bent bij Guldie altijd zeker van gevarieerd werk: ze draaien tenslotte op alle vlakken mee. Van woningstichtingen tot nieuwbouw, er is altijd veel variatie. En bovendien kun je er een goede boterham mee verdienen.”